Peter (62) en zijn kinderen Sjors (28) en Nadine (25) verloren begin dit jaar Tootje (57), die zeventien jaar leefde met uitgezaaide borstkanker. Na haar overlijden is er een grote leegte, maar ook een berg aan dierbare herinneringen en onvergetelijke levenslessen. ‘Ze bleef dicht bij ons en dicht bij de realiteit dat ze ziek was’
Is de rouw beter te behappen als je weet dat iemand niet lang meer te leven heeft? Dochter Nadine vroeg het zich af toen ze vorig jaar merkte dat haar moeder Tootje zieker aan het worden was. ‘Ze begon in te leveren, ze kon minder aan, ging niet meer wandelen, iets wat ze graag deed. Ik wist: ik ben mijn moeder eigenlijk al aan het verliezen. Misschien zou dat de rouw na haar overlijden minder zwaar maken? Maar nee, zo werkt het niet, weet ik nu ze er niet meer is. Die leegte die je voelt kun je niet op voorhand al voelen.’
Haar broer Sjors vertelt: ‘Sinds 2013 fiets en beklim ik regelmatig de Alpe d’HuZes. Dit jaar was ik er weer, met twee vrienden. Ik heb een kaarshouder van mijn moeder meegenomen, de finish over. Normaal stond zij er mensen aan te moedigen. Zodra ik de eindstreep haalde, stroomden mijn tranen voluit. Dat is wat ik meeneem van Tootje. Niet je gevoelens wegproppen. Zelf was zij ook snel emotioneel. Ik droeg die dag zowel haar emoties als haar kracht met me mee. Voor mij was het een van de mooiste momenten van mijn leven.’
Niks verbloemen
Een sterke vrouw, zo zien velen Tootje, die zeventien jaar met een ernstige ziekte leefde en daarnaast veelvuldig anderen bijstond als mantelzorger en vriendin; en voor borstkankerpatiënten het verschil maakte door betrokkenheid en de gave om mensen met elkaar te verbinden. Hoe zien haar eigen kinderen dat? Nadine: ‘Iedereen zegt over mijn moeder dat ze zo sterk was. Maar bij ‘sterk’ denk ik aan fysieke kracht. Tootje werd gedwongen haar ziekte te doorleven. Daarin maakte ze bewust een keuze hoe ze daar mee omging. Ze bleef zichzelf. Ze bleef dicht bij ons en bij de realiteit dat ze ziek was. Ze wist dat haar leven korter zou zijn dan gedacht, maar ze bleef een steunpunt voor veel mensen. Daarnaast wandelde en fietste ze, genoot van vakanties en verjaardagen, ook als ze zich ziek, moe of misselijk voelde. Daar klaagde ze niet over, maar ze kon soms wel balen. Als ze zich niet goed voelde, dan werd dat niet verbloemd. Ze was altijd eerlijk tegen ons, zowel over haar situatie als haar gevoelens. Als ze geëmotioneerd was, huilde ze. Dat alles is voor mij een teken van kracht, van dapper en moedig en open zijn. En een les die zij ons meegegeven heeft.’
Peter vult aan: ‘Nog voor het duidelijk was dat de borstkanker bij Tootje was uitgezaaid, voelde zij al: het is niet goed. De boodschap dat ze een heel agressieve vorm van kanker had, was zorgelijk. Maar dat was zeventien jaar geleden. Het werd haast vanzelfsprekend dat elke behandeling die zij onderging goed uitpakte. Dat heeft ons er doorheen gesleurd.’
Voor Sjors betekende dat hij hoop kon omzetten in kracht door de Alpe d’HuZes omhoog te klimmen en te fietsen. ‘Ik deed dat niet specifiek voor mijn moeder, zij kon toch niet meer beter worden. Ik deed het voor iedereen die dat nog wel kon. Ik wilde niet bij de pakken neerzitten, ik wilde wat dóen. Maar Tootje heeft al die jaren zoveel experimentele kuren ondergaan. Wie zegt dat deze behandelingen niet mogelijk zijn gemaakt door alles wat ik en zoveel andere mensen aan extra onderzoeksgeld bij elkaar hebben gehaald?’
Aard van het beestje
Tootje bleef ondanks haar ziekte vol in het leven staan. Peter: ‘Ze was absoluut niet afgeschreven. Voordat ze arbeidsongeschikt werd, werkte ze als verpleegkundige. Ze wilde haar zorgzaamheid blijven uiten, ook toen dat in haar werk niet meer ging. Dat bleef toch de aard van het beestje. Ze zette zich in op congressen, sprak zich uit in het Europees parlement, ging in gesprek met artsen en specialisten om het standpunt vanuit patiënten toe te lichten. Ze verbond mensen en ging het gesprek met iedereen aan.’
Blijf praten
Maar hoe functioneer je als gezin ‘normaal’ als er voortdurend spanning, verdriet, angst en onzekerheid is vanwege een ernstige ziekte die nooit meer over gaat? Nadine: ‘Juist omdat mama ons vaak eerlijk vertelde wat er speelde, was het contrast soms heel groot. Ik was een keer een weekend weg met vrienden en belde even met mijn moeder. Ze vertelde me dat ze bezig was om een lijkwade te maken. Dat was namelijk ook de realiteit. In mijn omgeving merk ik dat mensen het soms moeilijk vinden om over lastige dingen te praten of om ernaar te vragen. Van mijn moeder heb ik als voorbeeld: laat die lastige dingen er ook zijn. Vraag er gewoon naar. Als iemand er niet over wil praten, dan hoor je het vanzelf.’
Peter: “Dat is wat Tootje ons alle drie op het hart heeft gedrukt. Blijf praten met elkaar. Ze nam ons in het voorjaar van 2024 mee voor een weekend op de hei. Wij wilden er met z’n allen even uit om te praten over hoe we verder zouden gaan als ze er niet meer was. Tootje was altijd onze schakel. Voor dilemma’s konden de kinderen altijd bij haar terecht. We deelden daardoor minder met elkaar of wij met z’n drieën onderling. Dat is nu echt anders. We delen onze gevoelens. Dat hebben we dat weekend nog eens goed duidelijk tegen elkaar uitgesproken. Op vrijdag was daar eigenlijk alles erover gezegd. De andere dagen hebben we gewandeld en gefietst en spelletjes gespeeld.”
Nadine: ‘Ik weet nog dat ik na mama’s overlijden eens om 1 uur ’s nachts even met haar had willen bellen. Ik belde naar Sjors. Andersom doet hij dat ook, en belt hij met mij of met pap als hij grote, maar zeker ook kleine dingen wil delen. We zijn zorgzamer en behulpzamer naar elkaar.’
Indrukwekkend
‘Ik was nog heel jong toen mama ziek werd’, vertelt Sjors. ‘Ik weet nog dat zij zo hoopte dat ze mijn afscheidsmusical van groep acht nog zou meemaken. Ze was bang dat ze er dan misschien niet meer zou zijn. Maar mama was een wonder. Uiteindelijk heeft ze meegemaakt dat zowel Nadine als ik zijn afgestudeerd. Zo heb ik aan haar laten zien dat het goed met mij gaat, dat ze mij kon loslaten.’
Nadine: ‘Toch kon ze het leven heel moeilijk loslaten. Zelfs al was ze op het laatst nog maar een schim van wie zij was. Haar kracht zat in haar levensenergie. Ze plukte niet alleen de dag, ze heeft het leven geplukt. Terwijl mijn vader, broer en ik naast haar zaten te sniffen toen de huisarts de palliatieve sedatie in werking zette, zei ze na een kwartier: “ik ben nog wakker hoor!” Ze was altijd geïnteresseerd in iedereen, zelfs tot op het laatst aan toe. Dat maakte dat haar uitvaart massaal werd bezocht en indrukwekkend was.’
Verdriet en dankbaarheid
En nu, hoe is het nu met Peter, Nadine en Sjors? ‘Mama wist hoeveel we van haar hielden en hoe pijnlijk het zou zijn als ze er niet meer zou zijn’, vertelt Nadine. ‘Wat zou mama doen in dit geval”, denk ik soms. En heel vaak weet ik het antwoord. Dat komt omdat zij mij 25 jaar lang heeft kunnen opvoeden.’ Peter neemt Tootje elke dag mee in zijn gedachten. ‘Ik mis het dat ik niks meer met haar kan delen. Bijvoorbeeld dat we zoveel kersen hebben dit jaar. Dat de kruidentuin af is, en dat we een nieuwe auto hebben. Ik heb zelf chronische leukemie en ik kom bij een arts die mijn vrouw ook heeft gekend. Ik zie hoe Tootje ook daar een stempel heeft achtergelaten.’
Sjors merkt dat hij meer reflecteert. ‘Ik kan heel chaotisch en gehaast door het leven gaan maar ik kijk nu vaker even voor me uit. Ik sta bewust stil bij de dingen die goed zijn. Ik weet hoe trots mama op ons is.’ De pijn en het verdriet zijn er, en iedereen vindt op zijn eigen manier en samen een weg om daarmee om te gaan. Nadine: ‘Het ergste wat ik me ooit kon voorstellen, is gebeurd. Mijn moeder is dood. Dat maakt alle leuke dingen wat minder leuk, alle moeilijke dingen kan ik niet meer met haar delen. Er is een tijd voorbij die nooit meer terugkomt. Dat maakt ook dat alle mooie dingen een beetje pijn doen. Maar het zorgt er wel voor dat ik kan relativeren. En hoe verdrietig we ook zijn: we koesteren alle mooie momenten die we met elkaar hebben gehad. Wij zijn ontzettend dankbaar dat we haar nog zo lang bij ons konden hebben.’
