Nummer 38
Najaar 2025
Ria Valk: 'Ik voel me gesteund door iedereen om me heen'
Onder meer in deze editie
  • Unieke verhalen, verbonden in veerkracht
  • Alles over chemobrein
  • Lotgenotenbijeenkomst: de kracht van samen
  • Veerkracht: luisteren naar het fluisteren van je lichaam

Inhoudsopgave

Voorwoord
Veerkracht
Ria Valk: ‘Ik voel me zo gesteund door iedereen om me heen’
Veerkracht: luisteren naar het fluisteren van je lichaam
Alles over chemobrein
Lotgenotenbijeenkomst: de kracht van samen
Na de behandeling: blijf alert op je borsten
Unieke verhalen, verbonden in veerkracht
Voorwoord

Veerkracht

Borstkanker raakt je lijf, je leven en dat van iedereen om je heen. Juist in de maand oktober staan we stil bij de kracht die mensen vinden te midden van alles wat op hen afkomt. Als je leven door (het risico op) borstkanker stil wordt gezet, of als je na alle behandelingen in een gat valt, of je toekomst onzeker is door uitzaaiingen, dan ontdek je vaak pas hoe veerkrachtig je bent. Veerkracht is het vermogen om na tegenslag weer op te krabbelen, om je aan te passen aan wat anders is geworden en het leven opnieuw vorm te geven. Het gaat niet over ‘sterk zijn’ in de klassieke zin, maar over doorgaan op jóuw manier, zelfs als het moeilijk is.

Als Borstkankervereniging Nederland zijn we er voor je, op al die momenten dat je steun nodig hebt. Ook met deze editie van Blad B hopen we je te inspireren en te informeren. We gaan dieper in op het thema van de borstkankermaand: veerkracht. Dat doen we aan de hand van verhalen die jullie ons toevertrouwden en in relatie tot revalideren tijdens en na de behandelingen. Je kunt lezen over het belang van zelfonderzoek bij recidief. Ook leggen we uit wat chemobrein is en wat je daaraan zou kunnen doen. Ria Valk vertelt oprecht hoe zij is opgekrabbeld nadat ze begin dit jaar voor de tweede keer de diagnose borstkanker kreeg. En we gingen langs bij een inspirerende en openhartige lotgenotenbijeenkomst van Borstkankervereniging Nederland in Tilburg.

Laat je inspireren, verrassen en uitdagen met al deze verhalen. Ik wens je een veerkrachtig najaar toe!

Cristina Guerrero Paez (directeur)

Ria Valk: ‘Ik voel me zo gesteund door iedereen om me heen’

Zangeres en theaterpersoonlijkheid Ria Valk (84) kreeg in januari 2025 voor de tweede keer de diagnose borstkanker. Na een pittig behandeltraject schijnt de zon nu weer in haar leven. Een openhartig gesprek over herstel, veerkracht, blijven lachen en zelfs weer optreden.

Voor de tweede keer het borstkankertraject in, dat was bepaald geen feest. ‘De eerste keer was in 2023’, vertelt Ria. ’Toen ben ik alleen geopereerd. Nog geen twee jaar later zat ik op de bank en voelde een klein knobbeltje onder mijn oksel. Hans, mijn man, voelde het ook. Dat was echt schrikken. Ik dacht: hoe kan dat nou, ze hebben het toch weggehaald?’ Het bleek inderdaad weer foute boel. De tweede operatie was pittig, er moest flink wat weefsel worden weggehaald. ‘Ik heb een litteken van zo’n 22 centimeter. Mijn borst is opgevuld met mijn eigen vetweefsel. Toen de arts dat voorstelde, zat ik meteen een beetje te dollen. Ik grapte dat het een goed idee zou zijn om aan beide zijden van mijn taille een paar centimeter weg te nemen. Dan leek ik meteen een beetje op Cher. Ik ben blij met het resultaat in mijn borst, dat heeft de arts prachtig gedaan.’

Fikse dip

Na de operatie volgde er nog een serie bestralingen. ’Die vond ik goed te doen. Ik was langer bezig met naar het ziekenhuis rijden en me uit- en aankleden dan met de bestraling. De manier waarop ik in het ziekenhuis steeds weer ben ontvangen, vind ik fantastisch. Echt, alle lof voor iedereen die daar werkt en je door het hele traject heen helpt.’

Een paar weken na de bestraling kreeg Ria een fikse dip. ‘Ik was hartstikke beroerd, misselijk en had hoofdpijn. Toen ik het ziekenhuis belde, werd me verteld dat dit erbij hoort. Maar ik raakte mezelf een beetje kwijt. Naast de reguliere zorg heb ik daarom ook het alternatieve pad verkend. Ik voel me inmiddels weer beter.’ Ria blijft ook nuchter en realistisch. ’Ik ben geopereerd én bestraald, die behandelingen zijn toch een aanslag op mijn lijf. Ik ben inmiddels ook alweer 84!’

Het leven vieren

Ria voelde zich de afgelopen maanden ontzettend gesteund door iedereen om haar heen. ‘Hans is de rust zelve. Hij heeft me er echt doorheen gesleept. Hij heeft een huis op een eiland bij Loosdrecht. Als we daar met een bootje naartoe varen, voel ik me zo vrij. Dan zit ik over het water te staren en denk ik: wat is het leven toch eigenlijk mooi.’ Ook met haar vriendinnen viert ze het leven, elke dag weer. ‘We kletsen en drinken soms een wijntje samen. Bij één vriendin mag ik altijd komen zwemmen, dat is heel fijn om weer een beetje sterker te worden. Ik doe ook elke dag mee met Nederland in Beweging, op televisie bij omroep Max. Ik vind het belangrijk om weer lekker fit te worden en daarnaast verzorg ik mezelf graag goed: ik ga regelmatig naar de kapper, draag mooie kleding en sieraden. Als ik me een beetje optut, voel ik me meteen stukken beter. Ook de berichten van mijn fans, vooral op de sociale media, vind ik hartverwarmend. Ik maak altijd tijd om op de foto te gaan, waar ik ook ben. In alle eerlijkheid: ik heb er heus niet altijd zin in, maar dat laat ik niet merken. Want die ene foto maakt iemand anders echt gelukkig. Dáár doe ik het dan voor.’

Schaterlachen

In 2013 en in 2019 is Ria ook een keer behandeld voor huidkanker in haar gezicht. ’Daar heb ik toen veel verdriet van gehad, vooral vanwege de gigantische littekens. Mijn arts verzekerde me dat die mooi zouden herstellen en daar heeft hij gelijk in gehad.’ Hoe pittig het leven soms ook kan zijn, bij de pakken neerzitten doet Ria niet. ‘Ik ben niet snel chagrijnig. En anders helpt het me om muziek te maken of te luisteren. Op YouTube kijk ik soms oude optredens terug. Als ik me dan met Vader Abraham weer zie optreden in Griekenland, bijvoorbeeld, zit ik zo weer te schaterlachen.’ Soms pakt ze thuis de microfoon weer op om wat te zingen. ’Het klinkt nog niet helemaal zoals ik wil, maar ik heb een mooi doel om aan te werken. Vanaf dit najaar ga ik met collega’s weer het theater in. Samen met Ben Cramer, Hans de Booij, Astrid Nijgh, Ronnie Tober en Jacques Herb brengen we de Nacht van de Nostalgie ten gehore. Dat wordt weer lachen. Heerlijk om dat met elkaar te kunnen doen. Want een avond helemaal alleen dragen, dat zou ik niet meer kunnen en dat hoeft ook niet.’

Expertgroep ouderen

Borstkanker komt het vaakst voor bij vrouwen tussen de 50 en 70/75 jaar. Maar ook als je ouder bent, kun je borstkanker krijgen. Voor deze doelgroep hebben we daarom ook informatie op onze website staan. Een paar keer per jaar overleggen we in de ‘expertgroep ouderen’. Nieuwe leden zijn hier welkom! Heb jij op oudere leeftijd borstkanker gekregen en wil je met ons meedenken? Meld je dan aan bij belangenbehartiger Addy Plieger.

Veerkracht: luisteren naar het fluisteren van je lichaam

Revalideren tijdens of na borstkanker vraagt veerkracht: het vermogen je aan te passen aan moeilijke omstandigheden. Ben je veerkrachtig, dan betekent dat niet dat je nooit valt, maar wel dat je weer opstaat. Gelukkig sta je er meestal niet alleen voor. Wie zijn er voor jou en je naasten?

‘Tijdens een borstkankertraject is het goed om tijd te nemen voor je herstel en aandacht te besteden aan je revalidatie. Die revalidatie bestaat vrijwel altijd uit mentale steun én bewegen. Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat met name déze combinatie effectief is’, zegt Marieke Kool. Zij is oncologisch revalidatiearts in het Arnhemse ziekenhuis Rijnstate en bij revalidatiecentrum Klimmendaal. Op haar spreekuur ziet Kool veel borstkankerpatiënten met een specifieke hulpvraag. ‘Er gebeurt natuurlijk ontzettend veel tijdens een borstkankertraject. Het kan je op alle vlakken van het leven een behoorlijke klap geven. Het krijgen van de diagnose gaat met veel emoties gepaard: het geeft onzekerheid over de toekomst, het vertrouwen in je lichaam krijgt een knauw. En dan zijn er nog de behandelingen die allerlei klachten kunnen veroorzaken. Vaak zijn het bij elkaar zo veel en zulke verschillende klachten, dat een patiënt tijdens en na de behandeling meestal niet goed weet hoe ze moet beginnen om de klachten aan te pakken. Uiteindelijk wil je toch weer kunnen opbouwen. Daar adviseren, sturen of coachen wij dan in.’

Grip krijgen op klachten

Kool geeft aan dat het hoofddoel van elke revalidatie is: grip krijgen op je klachten. ‘Zodra dat lukt, kun je zelf verder opbouwen en je concentreren op de dingen die voor jou belangrijk zijn. Vermoeidheid en cognitieve klachten zijn voor veel (ex-)patiënten op langere termijn het meest beperkend. Die klachten zorgen er vaak voor dat werk of sociale activiteiten minder goed lukken dan voorheen. Wij leren patiënten om te luisteren naar hun lichaam. We zien nogal eens dat mensen zó graag weer op hun oude niveau willen terugkomen dat ze zichzelf voorbijrennen. Als je constant jouw grenzen negeert of eroverheen gaat, kun je niet opbouwen. Dat kan pas als je je grenzen respecteert en accepteert. Ik zeg vaak tegen patiënten: ‘Als je leert luisteren naar het fluisteren van je lichaam, hoeft het niet te schreeuwen.’ Wat de juiste revalidatietherapie is, verschilt per persoon. Bij de één valt het kwartje bij de psycholoog, de ander heeft veel meer aan een bewegingsagoog.’

Revalidatie vraagt om veerkracht, daarvan is Kool overtuigd. Je moet immers accepteren dat je niet meer dezelfde bent en niet meer hetzelfde kunt als voor de diagnose borstkanker. ‘De ene patiënt heeft veel veerkracht, de ander wat minder. Soms kun je daarin nog groeien tijdens de revalidatie. In feite is veerkracht het vermogen om te herstellen van tegenslagen of uitdagingen en dit in te zetten tijdens het revalideren. Dat zit vooral in het leren omgaan met die nieuwe situatie. En daar zitten ook positieve kanten aan. Ik hoor patiënten na de revalidatie regelmatig zeggen: ‘Ik kan nu zo veel meer genieten van kleine dingen’ of ‘Het lukt me nú pas om prioriteiten te stellen en te doen wat ik belangrijk vind.’ Bij revalidatie kijken we naar wat wél lukt, dat geeft mensen houvast.’ 

Revalidatie in kaart

Revalidatie kan op veel terreinen en op verschillende manieren. In Rijnstate en andere ziekenhuizen wordt gewerkt met prehabilitatie, dat is een programma dat een kwetsbare patiënt vóór een operatie kan volgen om de lichamelijke conditie te verbeteren en zo het herstel na de operatie te optimaliseren.

Op diverse plekken wordt lotgenotencontact aangeboden, zoals oncologisch zwemmen, oncologische fysiogroepen en ook groepsgesprekken bij bijvoorbeeld psychologen. Lotgenotencontact is ook de kracht van het buddyhuis waar mensen met borstkanker aan een ervaringsdeskundige buddy worden gekoppeld. Voor herkenning, erkenning, emotionele steun en praktische tips kun je ook terecht bij één van de honderd IPSO-centra. Je kunt er gewoon naar binnen lopen en je verhaal doen bij één van de vrijwilligers. Daarnaast zijn een geestelijk verzorger of de praktijkondersteuner van de huisarts laagdrempelige hulplijnen.

Heb je vragen over intimiteit, bijvoorbeeld of de behandeling van borstkanker invloed heeft op je seksleven? Of is de seks lastiger geworden of heb je minder zin? Schakel dan een seksuoloog in. Wil je zelf aan de slag om je gezonder en veerkrachtiger te voelen dan kun je op mijnpositievegezondheid.nl een vragenlijst invullen om inzicht te krijgen wat voor jou belangrijk is. Het is een digitaal handvat om beter met je situatie om te gaan.

Voor fysieke revalidatie kun je veel hebben aan conditietraining bij de fysiotherapeut. Medisch Specialistische Revalidatie bij Oncologie (MSRO) gebeurt eigenlijk alleen in die gevallen waar meerdere klachten spelen of de reguliere therapie onvoldoende soelaas biedt. Bij MSRO werken verschillende specialistische disciplines in het ziekenhuis samen, zoals een ergotherapeut, psycholoog, diëtist en fysiotherapeut. Voordeel is dat zij onderling de behandeling kunnen afstemmen.

De diagnose borstkanker

Hèlen Beijersbergen (53) kreeg tien jaar geleden borstkanker met een kleine uitzaaiing naar het bekken. Ze kreeg chemotherapie, een operatie en bestralingen. Na een jaar voelde ze dat het toch niet goed zat en onderging ze voor de zekerheid een PET-scan. Er bleken meerdere uitzaaiingen te zijn in haar longen, lever en botten, later kwamen daar de hersenen bij. Ze kreeg opnieuw chemo, immunotherapie en een hersenoperatie. ’Ik was 43, mijn twee kinderen waren nog jonge tieners en ik dacht: ik moet het in elk geval zien vol te houden tot ze achttien zijn. Tot ze zichzelf kunnen redden. Dat was denk ik wel mijn grootste angst, dat mijn kinderen op zo’n jonge leeftijd hun moeder zouden verliezen. Dat is mijzelf ook overkomen. Mijn moeder kreeg ook jong de diagnose kanker en stierf vier maanden later. Ik was bang dat mij hetzelfde zou gebeuren en dat zorgde voor depressieve klachten; daar moest ik iets mee. Ik kreeg hulp van een psycholoog. Mijn angsten hadden blijkbaar veel te maken met de nog onverwerkte dood van mijn moeder. Ik kreeg traumatherapie (EMDR) en leerde in de gesprekken met de psycholoog, maar ook met de mensen om me heen dat het geen zin heeft me druk te maken om dingen waarvan ik niet weet hoe ze gaan lopen. Dat houdt me alleen maar uit mijn slaap. Het helpt me om meer te leven in het hier en nu. Dat klinkt mooi, maar natuurlijk heb ik ook nog altijd mindere dagen waarop ik denk: hoe moet het nu verder? Maar met ontspanningsoefeningen en toch ook door me te focussen op de dingen waar ik blij van word, lukt het me nu vrijwel altijd zelf om uit die dip te komen.’

Revalidatie maakt het draaglijk

Ook fysiek moest Hèlen revalideren. Vanwege de operatie in de hersenen loopt ze moeilijk en is haar rechterarm gevoelloos. Daarvoor gaat ze naar een fysiotherapeut. Daarnaast is haar fijne motoriek aangetast en dus leerde ze bij de ergotherapeut dingen opnieuw, zoals bijvoorbeeld een rits dichtmaken. ‘Ik moest ook spieren en conditie opbouwen. Dat deed ik door te zwemmen. Al met al denk ik dat de revalidatie het verloop van mijn ziekte wat draaglijker heeft gemaakt. Zonder de fysieke en mentale revalidatie zou ik niet zo ver zijn als ik nu ben. Ik heb geleerd veerkracht te tonen. Ik weet dat ik zo min mogelijk bezig moet zijn met dat wat me te wachten staat. En zo veel mogelijk energie moet stoppen in leuke dingen. Ik ben een heel reislustig type en de borstkanker houdt me zeker niet thuis. Ik doe alles wat ik wil, alleen gaat het een tandje langzamer. En ik neem hulpmiddelen mee, reizen kan niet meer zonder de opvouwbare scootmobiel. Het is voor mij de ultieme manier om actief te blijven en mee te doen met alles wat het leven leuk maakt.’

Vergroot je veerkracht

In de training ‘Vergroot je veerkracht bij kanker’ van het Helen Dowling Instituut ga je aan de slag met oefeningen gericht op vriendelijkheid, vreugde, compassie en gelijkmoedigheid. Je leert stil te staan bij jezelf en bij de verschillende patronen die je ontwikkeld hebt in je leven. Je leert hoe je met meditatieoefeningen meer contact kunt krijgen met je lichaam en een betere relatie met jezelf kunt ontwikkelen.

Alles over chemobrein

Minder goed kunnen onthouden, concentreren en nadenken, dit soort cognitieve problemen wordt ook wel chemobrein genoemd. Het is een veelvoorkomende klacht na de behandeling van borstkanker. Uit onderzoek blijkt dat twintig procent van de vrouwen die met chemotherapie zijn behandeld, na vijf jaar nog last heeft van dit soort problemen. Hoe komt dat? En wat kun je ertegen doen?

Hoe zit het met dat chemobrein? We vragen het aan prof. dr. Sanne Schagen, klinisch neuropsycholoog bij het Nederlands Kankerinstituut (NKI). Zij behandelt kankerpatiënten met cognitieve problemen in het Antoni van Leeuwenhoek en doet al jarenlang onderzoek naar kanker en cognitie.

Meten is weten

‘We weten dat sommige behandelingen bij kanker, waaronder chemotherapie, invloed kunnen hebben op de cognitie. Daarmee bedoelen we alles wat met het denken te maken heeft. Sommige patiënten ervaren bijvoorbeeld moeite met onthouden, denken langzamer, voelen zich eerder overprikkeld. Zo’n veertig tot vijftig procent van de borstkankerpatiënten meldt dit soort klachten na chemotherapie. Maar meten we dit met neuropsychologische tests, dan scoort hooguit 20 tot 25 procent daadwerkelijk minder goed. Er is dus een verschil tussen wat mensen ervaren en wat we meten. Dit onderscheid is belangrijk omdat het iets zegt over de mogelijke oorzaak van de klachten en de aanpak om ze te verhelpen.’

Niet zichtbaar op een scan

De cognitieve problemen die borstkankerpatiënten ervaren, hoeven niet door de behandeling te komen. Ze kunnen ook samenhangen met de ziekte zelf en met alles wat er gebeurt in de emotioneel en fysiek ingrijpende periode rondom de borstkankerdiagnose en behandeling. Meestal verdwijnen de klachten vanzelf. ‘Chemobrein is niet een diagnose die je kunt stellen, je kunt het niet meten in het bloed of zien op een scan’, zegt Schagen. ‘Patiënten vinden dat soms wel jammer. Want als cognitieve problemen zichtbaar zouden zijn op een scan, dan bestaan ze echt, is vaak de redenatie.

Maar helaas is dat niet het geval. Daarvoor zijn de veranderingen in de gezonde hersenen waarschijnlijk te klein. Wel worden ze zichtbaar als we de scans van tientallen patiënten op elkaar leggen. Dan zien we veranderingen in de hersenen door chemotherapie. We weten alleen nog niet waarom die precies ontstaan.’

Directe of indirecte invloed

Als chemotherapie de hersenen beïnvloedt, hoe komt dat dan? ‘Sommige vormen van chemotherapie kunnen invloed hebben op de grijze en witte stof in de hersenen. Bij de kleine groep mensen die minder goed scoort op de neuropsychologische test, komt dat waarschijnlijk vooral door de verandering in de witte stof. De witte stof zorgt voor goede communicatie tussen de hersengebieden, voor de snelheid waarmee je informatie kunt verwerken. Het kan een direct effect zijn, doordat de chemotherapie door de bloed-hersenbarrière dringt. Deze barrière beschermt tegen giftige stoffen, en zorgt bijvoorbeeld dat een glas alcohol in een verdunde concentratie in je hersenen komt. Toch zien we ook veranderingen in de hersenen bij sommige chemotherapieën die de bloed-hersenbarrière nauwelijks passeren. Dat komt waarschijnlijk doordat chemotherapie een ontstekingsreactie in het lichaam kan veroorzaken, die de hersenen op een indirecte manier beïnvloedt. Met de Universiteit Leuven hebben we net een aanvraag gedaan om juist dat onderscheid te gaan onderzoeken. Dat is een ingewikkelde studie, maar het kan ons helpen om klachten te voorkomen. Zo worden er medicijnen uitgeprobeerd, maar die helpen nu nog heel beperkt.’

Aanpak cognitieve problemen

Aangezien er nog geen goede (preventieve) medicijnen zijn, wat kunnen je dan doen tegen de cognitieve klachten? ‘Luisteren naar de klachten is belangrijk, maar soms niet genoeg. Een neuropsychologisch onderzoek kan helpen om te zien of er naast klachten ook cognitieve stoornissen vastgesteld kunnen worden. Soms hangen de cognitieve klachten vooral samen met andere klachten. Mensen zijn moe, maken zich zorgen, kunnen angstig zijn. Dat kan ook cognitieve problemen veroorzaken of in stand houden. Als je de vermoeidheid, somberheid en angst aanpakt, kan het zijn dat de cognitieve klachten mee opknappen. Vertoont iemand afwijkingen op de tests, dan is het zinvol om ook aan de cognitie te werken. De stoornis wegnemen, kunnen we helaas nog niet. Wel kunnen we strategieën aanleren om er minder last van te hebben.’

Cognitieve adviezen en strategieën

Misschien denk je nu aan braintrainingsprogramma’s of veel memory spelen. Dat is niet de oplossing, volgens Schagen. Wie veel memory speelt, wordt hooguit goed in dat spel. Wat helpt wel? ‘Mensen komen soms met een geheugenklacht, maar dan blijkt er bijvoorbeeld een aandachtsprobleem te zijn. Als je aandacht verslapt, onthoud je minder. Door dit inzicht kunnen we vervolgens iemand adviezen geven. Dit kunnen huis-tuin-en-keukenadviezen zijn die iedereen zelfstandig kan aanleren en uitvoeren. Bijvoorbeeld iemand laten herhalen wat hij of zij tegen je zegt. Of het opschrijven, zodat je het niet vergeet. Supersimpele adviezen, maar o zo moeilijk om uit te voeren. Want dat vraagt om gedragsverandering en dat is altijd moeilijk. Daarnaast zijn er cognitieve strategieën die je kunt leren in te zetten, zodat je minder last hebt van de klachten. Al jaren bestaan er cognitieve revalidatieprogramma’s voor mensen met niet-aangeboren hersenletsel. Ook kankerpatiënten hebben daar baat bij, alleen zijn die programma’s niet makkelijk voor hen beschikbaar.

Samen met de Universiteit Utrecht en de Universiteit Maastricht maakten wij daarom twee varianten voor kankerpatiënten: ‘Niet rennen, maar plannen’. Het ene programma is een online zelfhulp met adviezen, informatie over de klachten, hoe je erover communiceert op je werk en veel meer. Daarnaast is er een online hulp met begeleiding door een ergotherapeut, revalidatiearts of psycholoog.’

Promovendus Kete Klaver onderzocht de effectiviteit van beide programma’s bij onder meer een groot aantal borstkankerpatiënten. Daaruit blijkt dat deelnemers hun vooraf gestelde cognitieve doelen aanmerkelijk beter bereikten dan niet-deelnemers. De begeleide variant is inmiddels beschikbaar via therapeuten, de online zelfhulp is in ontwikkeling en zal de eerste periode gratis zijn.

Het begint met erkenning

Ook Alie had cognitieve klachten na haar behandelingen. Ze kreeg chemo’s, een operatie, bestraling en hormonale therapie. Vijf jaar later vond ze het nog lastig om op bepaalde woorden te komen, was ze vergeetachtig, en had ze moeite met het concentreren op teksten en getallen. ‘Dat ik na zo’n lange tijd nog problemen zou ervaren, had ik nooit verwacht. Dat dit niet alleen kan ontstaan door de emotionele klap, maar ook door de behandeling, wist ik niet. Voor mij was het een opluchting om te weten dat cognitieve problemen na kanker vaker voorkomen en dat er vaak iets aan te doen is,’ vertelt Alie in Libelle.

Aanpassen

Toen Alie haar klachten in het ziekenhuis besprak, werd ze naar prof. dr. Schagen doorverwezen. Die adviseerde Alie haar klachten te bespreken met haar werkgever, de marine. ‘Soms ben ik voor werk een aantal weken weg om te varen. Dan maken we dagen van zes uur ’s ochtends tot tien uur ’s avonds. Tegenwoordig geef ik aan wanneer het klaar is voor mij. De ene keer is dit vroeg op de avond, de andere keer is dit later. Anders red ik het niet. Dat accepteren mijn collega’s gelukkig, waardoor ik veel beter kan herstellen.’

Raadpleeg je (huis)arts

Wat adviseert Schagen verder bij cognitieve klachten? ‘Vaak gaan ze vanzelf over, dit soort problemen zijn een normaal bijverschijnsel door alles wat je meemaakt. Ze kunnen verdwijnen als de rust weer terugkeert. Een klein deel van de patiënten houdt klachten. Chemotherapie kan daar een van de mogelijke oorzaken van zijn. Trek aan de bel als het je te veel belemmert. Je behandelend arts en ook huisartsen weten vaak veel over cognitie. Zij weten ook de weg naar ergotherapeuten of andere hulpverleners.’

Laat je goed informeren

Chemotherapie is een belangrijke behandeling voor een betere prognose. Bespreek mogelijke cognitieve klachten met je behandelend arts, zodat je een goed geïnformeerde en weloverwogen keuze kunt maken. Lang niet iedereen krijgt dit soort klachten; ze gaan meestal weer over en als dat niet zo is, zijn er verschillende mogelijkheden om de klachten te verminderen.

Lotgenotenbijeenkomst: de kracht van samen

Borstkankervereniging Nederland organiseert verschillende activiteiten door het hele land. In het IPSO-centrum in Tilburg worden we warm ontvangen voor een lotgenotenbijeenkomst. Vandaag verzamelen zich hier zeven (ex-)borstkankerpatiënten rond een grote houten tafel om te praten, te luisteren of er gewoon te zijn.

Het IPSO-centrum Midden-Brabant ligt aan het Wilhelminapark in Tilburg, een groene oase midden in de stad. Het is een plek waar mensen met kanker en hun naasten even kunnen landen. Brigitte van Gils is vrijwilliger bij BVN en leidt de bijeenkomst van vandaag. Ze is ook ervaringsdeskundige, tien jaar geleden kreeg ze de diagnose triple negatieve borstkanker. Voor de bijeenkomst begint, praat Brigitte nog even met Anja (70), die voor het eerst hier is. ‘In februari 2025 werd ik eruit gepikt bij het bevolkingsonderzoek. In maart ben ik geopereerd’, vertelt ze. ‘Gelukkig had ik geen uitzaaiingen. Na de operatie was er geen chemotherapie nodig, wel bestraling en ik kreeg het advies om te starten met anti-hormonale therapie. Die pillen vond ik eigenlijk het ergst, ik was bang voor de bijwerkingen. Omdat ik veel last heb van pijn in mijn botten en gewrichten, wist ik niet of ik dat zou volhouden.’ Anja vertelt dat een opmerking van haar huisarts haar helpt. ‘Die zei: ‘Anja, je hád een tumor. Die is nu weg, hè?’, die zin blijft hangen.’

Verhalen die ertoe doen

Langzaam druppelen de andere deelnemers binnen. Brigitte heet iedereen welkom. Ze vertelt: ‘Soms wordt er gehuild, maar minstens zo vaak gelachen en gekletst over alles wat er speelt.’ Dat blijkt zodra de gesprekken op gang komen. Complimenten vliegen over tafel. ‘Wow Martine, wat is je haar gegroeid’, roept een dame. Het korte, lichte kapsel valt op. ‘Ik had altijd pikzwart haar’, vertelt Martine. ‘Maar ik durf het nog niet te verven.’ De lovende opmerkingen van de groep doen haar zichtbaar goed. Martine vertelt hoe humor haar ook helpt. ‘Ik ben een optimist tot in de kist’, zegt ze met een knipoog. ‘Laatst grapte een vriend over een vrouw met een diep decolleté: ‘Tiet genoeg’. En ik zei meteen: ‘Tja, dat kan ík niet meer zeggen.’ Dan moet ik zó lachen.’

Herkenning in elkaars woorden

Saar pakt het woord en zegt: ‘Ik vond het eerst spannend om hier te komen. Toen ik in 2021 voor het eerst de diagnose borstkanker in mijn linkerborst kreeg, wilde ik alles het liefst vergeten. Een jaar later was het opnieuw mis, maar nu in mijn andere borst. Dat raakte me heftig. Alsof de grond onder mijn voeten vandaan werd geslagen. Toen was ik er kennelijk wél aan toe om hierover te praten met anderen die ook zoiets meemaakten en kwam ik naar deze bijeenkomsten. Dat ben ik blijven doen en ik vind het nog steeds fijn.’

Inmiddels is het drie keer mis geweest. Bij de controle bleken er opnieuw verkeerde kalkspatten te zitten in de rechterborst. Toen kon die borst niet meer gespaard worden en onderging Saar een reconstructie met lichaamseigen weefsel. Bij de laatste controle kreeg ze goed nieuws. ‘Het is zo fijn om die opluchting dan ook in deze groep te delen. Iedereen hier herkent die stress van de controles en de uitslagen. Tegelijkertijd probeer ik wel door te gaan met mijn leven. Ook al werk ik niet meer, ik zoek wel naar manieren om bezig te blijven en focus me op wat ik nog allemaal wél kan en wat ik leuk vind om te doen.’ Er wordt geluisterd, geknikt en – als er behoefte aan is – meegedacht.

Overleven is soms ook rouwen

Brigitte houdt alle vrouwen goed in de gaten en zorgt dat iedereen aan het woord komt. Ze richt zich tot Sandra: ’Onze trouwste bezoeker,’ zegt ze. Sandra lacht flauwtjes. ‘En de grootste pechvogel.’ Haar verhaal is zwaar. Vanwege een erfelijke genmutatie werd eerst de ene borst geamputeerd, later ook de andere. Reconstructies mislukten, wonden genazen niet, weefsel stierf af. Vierenhalf jaar lang operaties, zonder resultaat. ‘Alles wat ik níet wilde, is gebeurd’, zegt Sandra. ‘Het ziet ernaar uit dat ik zonder borsten verder moet leven. Mijn borsten zijn belangrijk voor me, ze maken dat ik me vrouw voel. Ik heb veel respect voor vrouwen die er bewust voor kiezen om plat door het leven te gaan, maar mijn gevoel is anders. Hier wilde ik nooit op uitkomen.’

Ze wijst op haar arm. Daar staat: It is what it is. Deal with it. Maar dat is makkelijker getatoeëerd dan geleefd, geeft ze toe. Toch staat ze er nog. ‘Ik werk weer een beetje. Dat geeft prettige afleiding en maakt mijn wereld weer wat groter.’

Samen sterker

Zo passeren indrukwekkende verhalen van verschillende vrouwen de revue en worden er vragen uitgewisseld over uiteenlopende onderwerpen, zoals bijwerkingen van behandelingen. Er worden ook tips gedeeld over voeding en hoe je positief kunt blijven in zware tijden. ‘Niet te veel googelen’, zegt een van de vrouwen. ‘Dat maakt je alleen maar ongerust.’ Brigitte eindigt de bijeenkomst met een spreuk van een kalender die ze bij zich heeft: ‘Laat het oude los en omarm het nieuwe.’ Het past perfect bij wat deelneemster Esther eerder die middag zei: ‘Misschien kun je deze hele ervaring óók zien als een kans om een volgende versie van jezelf te worden.’

Als de bijeenkomst wordt afgerond, druppelen de vrouwen langzaam weer naar buiten. Sommige gesprekken gaan door bij de deur. Voor veel vrouwen is deze locatie aan het Wilhelminapark meer dan een ontmoetingsruimte. Het is een plek waar ze mogen zijn wie ze nu zijn, met hun verhalen, hun angsten, hun littekens én hun humor. Samen delen, luisteren en soms gewoon even lachen. Dát is de kracht van samen.

Vrijwilligers van Borstkankervereniging Nederland organiseren door heel Nederland allerlei activiteiten en bijeenkomsten voor (ex-)borstkankerpatiënten en naasten. Zoals deze lotgenotengroep in het IPSO-centrum in Tilburg, maar bijvoorbeeld ook actieve of creatieve activiteiten, van Zeeland tot Groningen. Wil je weten wat er bij jou in de buurt gebeurt? Kijk dan eens naar onze agenda op de website.

Na de behandeling: blijf alert op je borsten

Zelf je borst checken op veranderingen die kunnen duiden op borstkanker: voor veel vrouwen die al behandeld zijn is het letterlijk en figuurlijk een gevoelig onderwerp. Hoe belangrijk is het om zelfonderzoek te doen? En hoe pak je dit na een behandeling het beste aan?

‘Ik spreek patiënten die zich na hun behandeling van borstkanker niet elke dag zorgen maken’, vertelt Nieke Vermulst. Zij is oncologisch chirurg in het St. Antonius Ziekenhuis in Utrecht en Nieuwegein. ‘Maar net zo veel patiënten die ik spreek, zijn er juist wél elke dag mee bezig. Zeker in de periode waarin de jaarlijkse nacontrole plaatsvindt.’

Is het in dat laatste geval nou verstandig om heel planmatig zelfonderzoek te doen? Vermulst: ‘Niet als het onrust of stress veroorzaakt. Ik raad vooral aan om alert te zijn op veranderingen in je borst, om na je behandeling breast aware te blijven. Mocht je dan onder de douche een keer een bultje voelen, dan moet je daar uiteraard naar laten kijken. Want vroegtijdige opsporing kán uiteindelijk de kans op succesvolle behandeling vergroten. En regelmatig controleren kan bijdragen aan het eerder opmerken van veranderingen in de borst of borststreek. Voel je vooral nooit schuldig als je het niet doet. Want regelmatig zelfonderzoek heeft zelden invloed op de uiteindelijke behandeling en de uitkomst ervan.’

Kleine kans

Zowel na een borstsparende als een borstverwijderende operatie is de kans op terugkeer van de ziekte in dezelfde borst zo’n twee tot drie procent. Vrij klein dus, en ook kleiner dan de ongeveer veertien procent kans die je als vrouw loopt om gedurende je leven borstkanker te ontwikkelen. Daarmee lijkt regelmatig zelfonderzoek na behandeling mogelijk minder relevant dan daarvóór.

Vermulst: ‘Die conclusie zou je kunnen trekken. Ook doordat je de drie jaar na de behandeling sowieso al onder controle staat. Maar natuurlijk blijft er een kans dat het terugkomt. Ook dan kan het helpen om vroegtijdig de signalen te herkennen.’ Zelfonderzoek na behandeling is vaak wel lastiger dan daarvóór, legt Vermulst uit: ‘Je borsten zijn veranderd door de operatie en vaak ook door de bestraling. Dat kan zorgen voor ‘hobbels en bobbels’ in het vetweefsel die er daarvoor nog niet waren. Dat effect kan jaren aanhouden. Littekenweefsel kan voor veranderingen zorgen. Plekken kunnen steeds anders aanvoelen. En als er achter een tepel geopereerd is, bestaat de kans dat die wat intrekt. Het is vaak lastig om in te schatten of zo’n verandering een signaal is van terugkerende kanker of een gevolg van de behandeling.’

Zien en voelen

Toch vinden velen het ook na de behandeling een prettig idee om zelfonderzoek te doen. ‘Dat kun je doen zoals je het altijd al deed’, vertelt Vermulst. ‘Volg bijvoorbeeld de aanwijzingen die te zien zijn op de website Know Your Lemons. Die ‘citroenen in een doosje’ geven een mooi overzicht van de dingen waarop je kunt letten. Denk aan verharding, kuiltjes, vochtverlies, een ingetrokken tepel of een hard knobbeltje. Dingen die je kunt zien of voelen. Na een borstamputatie is dat laatste soms nog sneller op te merken.’

Maar hoe vaak kun je je borststreek nou het beste checken? Is het handig om daar regelmaat in aan te houden of juist niet? ‘Wat mij betreft gaat het vooral om het kennen van je eigen lijf’, verduidelijkt Vermulst. ‘Dat je onder de douche staat en denkt: Hey, dat deukje of putje zat er vorige week nog niet. Dat soort opmerkingen hoor ik vaak in de spreekkamer. Die vrouwen checken dus niet structureel, maar hebben dondersgoed door dat er iets is veranderd. Dat voelen of zien ze.’

Stress en onrust

Als een patiënt een verandering opmerkt en daarmee naar haar spreekuur komt, is stress of onrust eigenlijk altijd wel merkbaar. Vermulst: ‘Volkomen begrijpelijk, het is belangrijk die zorgen serieus te nemen. Daarom houd ik de drempel laag voor aanvullend onderzoek, zoals een echo of biopt. Als je twijfelt over een verandering in je lichaam, moet je je nooit bezwaard voelen om contact op te nemen met je huisarts of behandelend arts.’

De oncologisch chirurg waarschuwt wel om niet te vaak te checken. ‘Niet elke dag of om de paar dagen. Dan merk je veranderingen juist minder goed op, omdat je erin ’meegroeit’. Eén keer per maand is een prima frequentie. Als je nog menstrueert, is een week na de menstruatie een goed tijdstip; dan is het borstklierweefsel het rustigst. Voor vrouwen die niet menstrueren maakt het tijdstip niet zo veel uit.’

Voor Vermulst is het duidelijk: niemand zou moeten twijfelen om aan de bel te trekken, zeker na behandeling: ‘Als iets er verdacht uitziet of aanvoelt en je hebt er een slecht gevoel bij: vertrouw op je intuïtie. Maak een afspraak. Je kan er beter een keer voor niks naar laten kijken dan dat je ermee rond blijft lopen en het blijkt wél wat te zijn.’

5 tips voor zelfonderzoek na behandeling
  1. Doe je zelfonderzoek op dezelfde manier als vóór de behandeling. Tips vind je onder meer op onze site en houd er rekening mee dat effecten van de behandeling het zelfonderzoek lastiger kunnen maken. De app Know Your Lemons (zie roze kader) kan je ook helpen!
  2. Vóél niet alleen, maar kíj́k ook naar je lijf. Vermulst: ‘Ga voor de spiegel staan en check bijvoorbeeld of je putjes of deukjes ziet die er eerst niet waren.’
  3. Controleer ook je oksel. Vermulst: ‘Daarin kunnen vergrote klieren te voelen zijn, die je soms eerder opmerkt dan een tumor in je borststreek.’
  4. Ben je al behandeld voor borstkanker en merk je iets op dat niet goed voelt? Neem dan rechtstreeks contact op met je eigen arts in het ziekenhuis (als je nog onder controle staat) of met je huisarts.
  5. Zelfonderzoek kan spannend zijn. Toch is het belangrijk je lichaam in de gaten te houden. Vermulst: ‘Verwijt het jezelf nooit als je geen onderzoek hebt gedaan en er bij een reguliere controle iets wordt gevonden. Dit betekent niet dat het behandeltraject anders zal verlopen. Doe wat goed voelt voor jou en wat bij jou past!

Unieke verhalen, verbonden in veerkracht

Bij Borstkankervereniging Nederland weten we hoe verschillend ieders verhaal is. De diagnose, het behandeltraject, de vooruitzichten: ze variëren van persoon tot persoon. Maar bovenal verschilt de manier waarop mensen ermee omgaan.

Soms is er ruimte voor strijdlust, soms juist voor verstilling. Voor de één is het belangrijk om dóór te gaan, de ander zoekt eerst naar houvast. Wat alle verhalen die wij bij BVN horen met elkaar verbindt, is soms moeilijk te vangen in woorden. Maar we weten dat het er is: veerkracht.

Veerkracht is niet hetzelfde als altijd sterk zijn. Het is het vermogen om te buigen, zonder te breken. Om weer op te staan, ook als dat even duurt. Om jezelf opnieuw te leren kennen, in een veranderde werkelijkheid.

In het kader van de borstkankermaand delen we vijf citaten van vrouwen die openhartig en dapper hun verhaal met ons deelden. Vijf verschillende stemmen, vijf verschillende situaties. Elk verhaal laat op z’n eigen manier zien hoe veerkracht eruit kan zien. Hun volledige verhalen zijn te lezen op onze site.

Wij zijn er. Voor iedereen die te maken krijgt met borstkanker, patiënten, naasten en mensen met een erfelijke aanleg.

‘Het lukte me een uitweg uit mijn boosheid te vinden’

Cat Rose-Tran: ‘Op oudejaarsavond 2020 hoorde ik dat de borsttumor ondanks behandelingen nog steeds in mijn lichaam zit. Een nieuw behandeltraject werd gestart. Ik was zo boos, het voelde zo oneerlijk. Maar gelukkig lukte het me daar een uitweg uit te vinden. Ik kwam in contact met lotgenoten. Dat was zo’n verademing. Het gevoel van erkenning, herkenning en gezien worden is enorm troostend.’ Eén van die lotgenoten werd een dierbare vriendin. ‘Toen zij overleed was dat een zware klap. Maar ik realiseerde me: Het verdriet is de prijs die ik betaal voor de liefde die ik heb ervaren. En hoewel die prijs ontzettend hoog is, zou ik er niets van hebben willen missen.’

‘Ik realiseerde me dat ik voor mezelf moet zorgen’

Wiesje Simons: ‘Mijn ex verliet mij toen ik ziek was. Ik had al mijn aandacht nodig om mezelf overeind te houden. Het fysieke stuk was maar een deel. De emotionele en mentale impact van kanker is minstens zo belangrijk. Pas na het medische traject realiseerde ik me dat ik voor mezelf moet zorgen. Thema’s zoals zelfzorg, zelfliefde, keuzes maken die goed zijn voor míj. Coaches en mentoren hielpen me in dat proces, om de kracht in mezelf te vinden. Uiteindelijk heeft dat mij innerlijke rust, vertrouwen en energie gebracht.’

‘We pakten zelf de regie’

Debora Heijne: ‘Ik had zo gehoopt dat mijn gevoel niet klopte… maar er waren kwaadaardige cellen gevonden. ’s Nachts voelde ik eigenlijk pas de mokerslag van dat nieuws. Mijn man John, hij is fotograaf, zei: ‘We gaan dit samen doen! En ik ga alles fotograferen.’ Ik werd er blij van; het gaf ons houvast. We pakten zelf de regie in een tijd waarin er veel in je leven gebeurt. John was er steeds bij, met zijn camera. Mede door zijn mooie foto’s, die ons verbonden, vond ik het niet moeilijk om na de amputatie mijn platte borst te accepteren. Ik heb mijn lichaam weer omarmd.’

‘Het bevolkingsonderzoek moet anders’

Ineke van den Heuvel:In 2018 kreeg ik borstkanker. Ik hoorde dat mijn borstklierweefsel zó dicht is, dat een tumor eigenlijk niet te zien is op een mammografie. Ik ging elke twee jaar naar het bevolkingsonderzoek. De uitslag van het bevolkingsonderzoek was telkens hetzelfde: geen borstkanker aangetroffen. Maar ik voelde een verdikking en er bleek wél een tumor te zitten. Dat werd pas gezien met een MRI. Sindsdien strijd ik voor een aanpassing van het bevolkingsonderzoek. Ik wil dat vrouwen geïnformeerd worden over de dichtheid van hun borstklierweefsel, door dit te vermelden bij de uitslag. Als een vrouw dit weet, moet ze kunnen kiezen voor aanvullend onderzoek. Zodat er geen tumor in de borst wordt gemist.’

‘Mijn kanker is een lastige, maar goede vriend’

Marika Smits: ‘Ik hoorde zes jaar na mijn borstkankerdiagnose dat er plekjes op mijn lever gevonden waren. Uitzaaiingen. En toch hoorde ik die innerlijke stem, die mij toeriep: ‘Je bent je ziekte niet!’ Ja, dat is waar! Die boodschap moet ik niet vergeten. Ik leef met ‘mijn’ kanker als met een lastige maar goede vriend. Niemand heeft hetzelfde verhaal, dezelfde angsten of dezelfde vooruitzichten, maar we hebben allemaal onze twijfels en onzekerheden om mee te leven zolang het ons gegeven is.’

Er zijn verschillende vormen van hulp en ondersteuning bij het (her)vinden van veerkracht tijdens of na (borst)kanker. Ben jij daarnaar op zoek? Op Kanker.nl vind je verschillende apps die jou misschien kunnen helpen, bijvoorbeeld om minder te piekeren of om met stress om te gaan. Kijk hier.

Colofon

Blad B is een online magazine van Borstkankervereniging Nederland.

Meer weten over ons?
www.borstkanker.nl

Contact
info@borstkanker.nl

Bladpartners
B wordt o.a. gefinancierd met bijdragen van de volgende bladpartners:

Ook bladpartner worden? Neem contact op met Cristina Guerrero Paez, guerrero@borstkanker.nl, directeur Borstkankervereniging Nederland.

Bladmanagement
Yvonne Brok

Redactieleden
Aukje Cnossen, Verpleegkundig specialist Spaarne Gasthuis
Desiree van den Bongard, Radiotherapeut Oncoloog Amsterdam UMC
Ester Siemerink, Internist Oncoloog ZGT
Irma Behr, Verpleegkundig specialist Borstcentrum MMC
Marlene Hoynck, Arts epidemioloog en vrijwilliger Borstkankerverenging Nederland
Nieke Vermulst, Chirurg oncoloog St. Antonius Ziekenhuis
Ragna van Hummel, Eigenaar Re-turn en ervaringsdeskundige
Terry Wiersma, Radiotherapeut NKI/AVL

Ook met dank aan
Alle tekstschrijvers, fotografen, medewerkers, geïnterviewden en vrijwilligers die aan deze editie hebben bijgedragen.

Disclaimer
Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen, vermenigvuldigd of gereproduceerd zonder schriftelijke toestemming van BVN en/of andere rechthebbenden. Aan de informatie in de artikelen in B kunnen geen rechten worden ontleend.

Edities

Blad B is een uitgave van Borstkankervereniging Nederland
Meer weten? www.borstkanker.nl

Sluit